sociaal gedrag

HOOFDSTUK 2: SOCIAAL GEDRAG (1, 2)

 

2.1 WAT IS HET PROBLEEM? (1, 2)

 

2.1.1 Spelen met andere kinderen

 

Een kind met het syndroom van Asperger lijkt weinig behoefte te hebben om met leeftijdsgenootjes te spelen. Tijdens de speeltijd zal het dikwijls ergens alleen in zichzelf zitten te praten. Het liefst van al speelt het alleen op zijn kamer, of het leest er een boek over zijn preoccupatie. Sommige kinderen kijken hoe de anderen spelen of spelen liever met jongere of oudere kinderen. Als het kind toch meedoet met een groepsspel, dan wil het dat iedereen doet wat het zegt. Niet zozeer omdat het egoïstisch is, maar omdat het op zichzelf is gericht, en het de volledige controle over het spel wil. Als de spelregels plots zouden veranderen, kan het kind niet meer volgen. Het is bovendien niet geïnteresseerd in de activiteiten van andere kinderen. Als het alleen aan het spelen is en andere kinderen willen meespelen, kan het agressief worden om er voor te zorgen dat het alleen kan blijven spelen.

Deze kinderen zijn vaak niet geïnteresseerd in groepssporten, waarbij iedereen elkaar aanmoedigt en zoveel mogelijk sociaal contact wil hebben.

 

2.1.2 Vrienden maken

 

Door de hierboven beschreven eigenschappen van een kind met het Asperger-syndroom, zal dit kind meestal niet veel vrienden hebben. Andere kinderen willen vrienden waarmee ze veel kunnen spelen, en die zeker niet boos worden als ze willen meespelen. Als het kind ouder wordt ontdekt het wel dat het vrienden nodig heeft, maar weet het meestal gewoon niet hoe het vrienden moet maken. De ouders en psychiater van het kind kunnen wel leren wat je moet zeggen als je iemand leert kennen, en wat je wel en niet mag doen om ervoor te zorgen dat het kind je leuk vind en je vriend wil worden.

 

2.1.3 Gedragscodes

 

Een kind met het syndroom van Asperger is zich vaak niet bewust van de ongeschreven regels van de sociale omgang. Het zegt of doet dingen die andere mensen kunnen beledigen, zonder dit te beseffen. Het maakt verkeerde opmerkingen op verkeerde momenten. Hierdoor kan iemand met het syndroom van Asperger soms erg onbeleefd lijken. Een jongen wil bijvoorbeeld de aandacht van zijn moeder trekken terwijl ze met andere mensen staat te praten. Hij roept 'Hé jij daar!', omdat dit het eerste is wat in hem opkomt. Het is dus niet zo dat het kind slecht opgevoed is, hetgeen onbekenden wel zullen denken.

 

2.2 REACTIE VAN DE MEDEMENS (2)

 

Zoals reeds hierboven vermeld, zal een kind met het Asperger-syndroom onbeleefd, egoïstisch of slecht opgevoed lijken voor mensen die niet weten dat het kind een vorm van autisme heeft, en niets aan zijn gedrag kan doen. Daarom zullen andere kinderen meestal geen vriendschap willen sluiten. Het kind praat graag met volwassenen, want die weten meer, accepteren meer en hebben meer begrip voor hun gebrekkige sociale vaardigheden.

Het kind met het Asperger-syndroom is ook een erg gemakkelijk slachtoffer voor pesters. Omdat ze niet goed tegen veranderingen in hun dagelijkse routine kunnen, hebben ze een lage frustratiedrempel. Dit is ideaal voor pesters, die bovendien eenzame personen zoeken.

Op school zal het kind vaak doorverwezen worden naar het CLB, om te kunnen praten over de problemen op school en hoe deze op te lossen zijn.

Maak jouw eigen website met JouwWeb