cognitieve vaardigheden
HOOFDSTUK 5: COGNITIEVE VAARDIGHEDEN (1, 2, 9, 16)
5.1 INTELLIGENTIETESTS (2)
Intelligentietests worden gebruikt om het intelligentiequotiënt te bepalen. Een intelligentiequotiënt wordt opgesplitst in het verbaal IQ, het performaal IQ en het totaal IQ. Het verbaal IQ dient voor het meten van het verbaal inzicht, en met het performaal IQ wordt het ruimtelijk inzicht bepaald. Het totaal IQ wordt berekend op basis van vier verschillende factoren: verbaal inzicht, ruimtelijk inzicht, werkgeheugen en verwerkingssnelheid. Kinderen met het Asperger-syndroom hebben een 'normaal' IQ. Dit wil zeggen dat ze een IQ boven de 70 hebben. Het is wel zo dat de meesten van hen ofwel een goed taalkundig inzicht ofwel een goed visueel inzicht hebben. Degenen met een taalkundig inzicht worden wel eens 'woorddenkers' genoemd. Zij kunnen later goed terecht in beroepen waarbij een sterke taalvaardigheid van belang is, zoals de journalistiek of de rechtspraak. Kinderen met een goed visueel inzicht zijn 'beelddenkers'. Zij passen beter bij een technisch of kunstzinnig beroep. Een intelligentietest kan dus een hulp zijn bij de studiekeuze. Verder kan de psycholoog die de intelligentietest afneemt aan de leerkrachten en ouders uitleggen wat de sterke en zwakke punten van het kind zijn op cognitief vlak en hoe het kind kan geholpen worden bij het ontwikkelen van cognitieve vaardigheden. Hiermee wordt bedoeld hoe men het kind moet 'leren leren', zodat het minder studieproblemen heeft.
5.2 GOEDE EIGENSCHAPPEN (1, 2, 16)
5.2.1 Fotografisch geheugen
Mensen met het syndroom van Asperger zijn goed in het onthouden van feiten en details. Ze hebben een goed langetermijngeheugen, waardoor ze zich vaak nog heel goed gebeurtenissen uit hun kindertijd herinneren. Deze herinneringen bestaan vaak uit beelden omdat deze mensen dikwijls een fotografisch geheugen hebben. Een fotografisch geheugen staat voor het vermogen om beelden als een foto op te slaan in het geheugen. Kinderen met het syndroom van Asperger gebruiken dit om iets te leren. Tijdens de toets halen ze het blad dat ze geleerd hebben voor de geest en 'lezen het'. Het is ook dankzij dit geheugen dat ze zoveel weten over hun speciale interesse.
5.2.2 Logisch denken
Deze eigenschap is handig op school, bij wetenschapsvakken en wiskunde, waar het vraagstuk op een logische manier moet worden opgelost. Iemand met het syndroom van Asperger beantwoordt een vraag zo logisch mogelijk. Hierdoor kan hij echter ook onbeleefd overkomen, als hij niet genoeg nadenkt over zijn antwoord op een vraag als "Smaakt het en is alles naar uw zin?" Het antwoord kan zijn: "Het is lekker, maar u mocht de stoelen en tafels wel wat ordelijker opstellen."
5.3 GEBREKEN (2, 9)
5.3.1 Aandachtsproblemen
Minstens 75 procent van de kinderen met het syndroom van Asperger heeft een leervaardighedenprofiel waarbij de diagnose aandachtstekortstoornis wordt gesteld. Het kind kan de aandacht meestal maar kort vasthouden. Behalve als het bezig is met iets dat te maken heeft met de speciale interesse. Als het kind hierover leest, leeft het in een andere wereld en
merkt het niets van hetgeen in de buitenwereld gebeurt. Als een kind toch aandachtig bezig
lijkt te zijn met een opdracht, kan het nog afgeleid geraken door onbelangrijke details en zo niet bezig zijn met relevante informatie. Waar mensen met het syndroom van Asperger ook moeite mee hebben, is het verleggen van de aandacht op een ander onderwerp voordat de vorige opdracht helemaal afgerond is. Hierdoor kan een kind weigeren aan iets anders te beginnen voordat het vorige af is.
5.3.2 Flexibel denken
De starre manier van denken en het tekort aan verbeelding zijn de oorzaak van een beperking in het flexibel denken. Dit tekort uit zich in het feit dat men meestal zich enkel wil interesseren in zijn speciale interesse. Ook de dagelijkse patronen waar iemand met het syndroom van Asperger zich aan vasthoudt, duiden op een inflexibele manier van denken. Verder heeft iemand dikwijls geen groot inlevingsvermogen in de gedachten en emoties van anderen, zodat hij niet bereid is zijn gedachten te veranderen. Als een kind advies krijgt om een probleem op een bepaalde manier op te lossen, zal het toch eerst op zijn eigen manier proberen te werken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb